Voorbeeld 1

De installateur moet een mechanische ventilatieinstallatie (MV) aanbrengen, en deze na montage goed inregelen. Van dit inregelen moeten de meetrapporten worden toegestuurd aan de directie ter controle. Daarna voert de directie een steeksproefsgewijze controle uit in de praktijk, om de rapporten te toetsen. Zonder deze rapporten wordt er niet opgeleverd.

In het bestek staat wat het inregelen betekent: het zodanig instellen van de installatie, dat deze werkt conform de ontwerpspecificaties in alle bedrijfswijzen. Voor deze MV-installatie zijn de ventilatiestanden in laag-midden-hoog capaciteit per rooster gegeven in het bestek.

Wat gaat er nu fout?

  1. a) de installateur stuurt de rapporten te laat op. De oplevering wordt hierdoor uitgesteld. De adviseur heeft meer speelruimte nodig om de rapporten te toetsen op juistheid en de installateur eventueel aanwijzingen te geven voor verbetering. Door tijdsdruk is dit uitstel vaak vervelend. Gevolg is soms dat betreffende partijen (de opdrachtgever inclusief!) de adviseur lastig vinden, terwijl hij juist datgene doet waarvoor hij is ingehuurd.
  2. b) De meetrapporten en dus het inregelen kloppen niet. In de rapporten – die vaak op het laatste moment worden aangeleverd- staan de gemeten luchthoeveelheden in de hoogste stand. De lage-, en middenstand ontbreken. Deze standen zijn dus ook niet ingeregeld. Tijdens de oplevering kan dus niet worden vastgesteld dat de installatie voldoet aan de ontwerpspecificaties. In feite komt de adviseur voor niets en moet deze op een later tijdstip terugkomen voor herhaling.
  3. c) In de praktijk blijkt dat de afzuiging te veel lawaai maakt. De installateur heeft bij de afzuigroosters de luchthoeveelheid gemeten en daarbij het rooster zover dichtgeknepen tot de gewenste capaciteit werd bereikt. Als gevolg van dit ´smoren´ ontstaat er geluid. De juiste manier van inregelen is het terugtoeren van de ventilator door alle roosters maximaal open te zetten. De ventilator draait dan veel rustiger en energiezuiniger. Vervolgens worden ook de lage-, en middenstand ingeregeld met behulp van de instellingen op de ventilator.

Wat gebeurt er als deze controle niet plaatsvindt?
Zonder controle waren bovengenoemde punten niet vastgesteld. De gebruiker had een lawaaierige installatie gehad. Daardoor had hij de installatie in de laagste stand gezet, om deze geluidsoverlast te verminderen. Dit had weer geleid tot onvoldoende ventilatie en klachten van benauwde of bedompte lucht.

terug naar De Kunst van het goed opleveren