Voorbeeld 2

De radiatoren zijn na inbedrijfstelling van de cv-installatie ingeregeld door de installateur. Door dit inregelen krijgen de radiatoren de juiste waterhoeveelheid en werkt de verwarming beter en energiezuiniger. Als adviseur nemen wij een meetkoffer mee, met een temperatuurmeter. We sluiten de klemvoelers aan op de aanvoer en retourleiding van de radiator. Als we dit bij meerdere (grote en kleine) radiatoren doen, moeten ze allemaal dezelfde aanvoer- en retourtemperatuur geven.

Hoe gaat dit in de praktijk? Om te beginnen verbaast de installateur (= projectleider) zich dat we zoiets gaan meten. “Dat méét je toch niet”, zegt hij.“Dit heb ik nog nooit meegemaakt!” Na een halfuurtje zit de projectleider op zijn horloge te kijken, in afwachting op zijn volgende afspraak. Hij heeft duidelijk geen tijd. Hij ziet de oplevering als een formaliteit, terwijl van tevoren is aangekondigd dat er steekproefsgewijs gecontroleerd wordt.

De gemeten temperaturen zijn onderling in goede verhouding (er is goed ingeregeld) maar ze zijn veel te hoog ten opzichte van de gevraagde stooklijn. De aanvoertemperatuur mag maximaal 40°C bedragen, omdat het buiten +5°C is, maar we meten een waarde van 55°C. De radiatoren worden daardoor te snel warm op een te hoge temperatuur. De warmte-afgifte is niet stabiel en de installatie kan niet rustig regelen. Als dit binnen bepaalde grenzen ligt, gebeurt er nog niet zoveel, maar in extreme situaties leidt dit tot comfortklachten en hoger energiegebruik.

terug naar De Kunst van het goed opleveren